Keizer Caligula is zichzelf niet meer, en zorgt ervoor dat zijn zus Agripinna in ballingschap komt te leven. Ze wordt gescheiden van haar enige zoon Nero, die amper 8 jaar oud geplaatst wordt in een gemeenschap van slaven onder de bezielende leiding van zijn tante Domitia. Onder hun invloed komt hij in aanraking met poëzie en theater en groeit op tot een vastberaden volwassene. Als Caligula wordt vermoord door zijn generaals kan Nero eindelijk opnieuw zijn moeder in zijn armen sluiten. Agrippina heeft maar één doel voor ogen, en dat is dat haar zoon keizer wordt. Nero wordt gedwongen van zijn liefde voor Atte af te zien, en met behulp van Seneca begint hij aan een serie van politieke hervormingen die de macht van de rijke senatoren aan banden moet leggen. Terwijl Atte het Christendom ontdekt, wordt Nero tot waanzin gedreven. De situatie wordt uitermate kritiek als het leger een opstand begint.