Koning Midas krijgt bezoek van een elf; de elf verandert zijn kat in goud, klapt dan in zijn handen en hij verandert weer. Midas smeekt om de gouden aanraking, maar de elf waarschuwt hem dat dit een vloek voor hem zou zijn. Midas dringt aan. Hij danst eerst vrolijk rond, maar ontdekt de nadelen als hij aan tafel gaat. Uit angst voor de dood door verhongering roept hij de elf op en stemt ermee in alles wat hij bezit in te leveren om de vloek te laten opheffen.