De oude kapitein Bill en zijn vrouw hebben een enige zoon, die ze verafgoden. Hij verliest al zijn geld door te gokken en te drinken, en besluit het beter te doen in de stad. Na een korte afwezigheid schrijft hij zijn mensen dat hij een goede positie heeft veiliggesteld, geld spaart en binnenkort weer thuis zal zijn. Een jaar of twee later komt hij aan in de stad en op weg naar zijn huis passeert hij de oude salon waar hij vroeger bezocht. Hij kan de verleiding niet weerstaan en gaat naar binnen. Hij komt in aanraking met een heleboel slechte kerels en wordt beroofd. Beschaamd om naar huis te gaan, gaat hij aan boord van een zeilschip.